Het Platform Vredescultuur heeft de ‘oude’ én de ‘nieuwe’ vredesbeweging uitgenodigd voor een ontmoetingsdag onder het thema: “Geweld: Macht of Onmacht?” Door samen te komen hoopten wij de strategiediscussie voor de vredesbeweging inhoudelijk een impuls naar het bouwen van een Vredes-cultuur te geven en de behoefte aan inventarisatie en coördinatie binnen de vredesbeweging een werkbaar kader.
Op 12 maart 2005 verzamelden zich zo’n 90 mensen in de Nicolaas-en-Monicakerk in Utrecht, die gehoor gaven aan deze uitnodiging. Mensen die individueel of in georganiseerd verband op de één of andere manier zich inzetten voor vrede en geweldloosheid, en die begrijpen dat het bundelen van onze krachten ons allemaal sterker zal maken.
We hebben allemaal hard gewerkt en ons zowel mentaal als emotioneel, fysiek, individueel en samen naar vrede toe bewogen. We hebben veel van en met elkaar geleerd, en uit reacties en ingevulde evaluatieformulieren blijkt dat we mogen spreken van een geslaagde dag, die aan haar doelstellingen voldeed, maar die vooral ook duidelijk maakt hoe groot de noodzaak is tot een vervolg voor meer samenwerking en ontmoeting, en hoeveel huiswerk we nog hebben om de versnippering binnen zich naar vrede bewegend Nederland tot een samenwerkend geheel te transformeren.
Bezinning
We willen allemaal vrede en we willen er ook allemaal wel voor werken. De grote vraag is HOE? Wat kunnen we doen, en hoe kunnen we ervoor zorgen dat al die steentjes die iedereen bijdraagt uiteindelijk één bouwwerk vormen: een cultuur van vrede. Dit zijn grote vragen, en de eerste helft van de dag spraken drie inleiders vanuit hun eigen expertise om ons geheugen op te frissen en het inzicht te verdiepen in de mechanismen van geweld, diens macht en onmacht, teneinde beter te kunnen begrijpen hoe we in geweldloosheid kunnen leren leven.
Lennart Vriens maakte in zijn lezing “Het Vredescryptogram” al meteen duidelijk dat de Verenigde Naties met hun oproep tot opbouw van een Cultuur van Vrede (en Geweldloosheid voor de Kinderen van de Wereld) de wereld en de wereld-burger met een ingewikkeld probleem hebben opgezadeld. Glashelder toonde hij aan dat wij alleen al wat betreft het gebruik van het woord ‘vrede’ in grote onduidelijkheid leven. Daarmee werd de omvang van de uitdaging waar wij ons voor geplaatst zien zichtbaar. De wereldproblemen zijn te groot om in het denkraam te passen waarmee wij in de dagelijkse realiteit staan. Door invulling van de o zo belangrijke lijfspreuk:’ Think Globalty, act Locally’, gaf Lennart de toehoorders handvatten om een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid dichterbij te brengen:
1. Laat zoveel mogelijk initiatieven ontstaan.
2. Denk niet in hokjes, alle goede ideeën zijn meestal niet van iemand, maar geleend van de mensheid.
3. Werk samen: bevrucht elkaar, maar richt je naar buiten; zoek contact.
4. Denk én structureel én persoonlijk.
Wanneer we op deze manier de Cultuur van Vrede op de politieke kaart kunnen zetten, de taal terug kunnen winnen en haar weer uit het militair strategisch jargon kunnen trekken (vredesmissies), en persoonlijk beter kunnen leren omgaan met de agressie die nu eenmaal in ons zit, dan zijn er drie wensen van Lennart vervuld.
In haar lezing “Macht, Machteloosheid en Geweld” sprak Martine Groen over de effecten van globale mechanismen op kleine verbanden als familie en gezinnen. Zij heeft zelf ervaren hoe geweld op straat zich verplaatste naar geweld binnen het gezin, en onderdrukten veranderden in tirannen. Ook zij wees op het belang van taal: “Hoe ontwikkelen we een taal die het mogelijk maakt om te leren weer met je buurman om te gaan, in plaats van enkel het omdraaien van de rol overweldiger/slachtoffer?” Ze laat er geen twijfel over bestaan dat deze vraag niet alleen in voormalige conflictgebieden gesteld moet worden, maar ook hier, in Nederland, waar geweld ook al zo’n normaal verschijnsel geworden is in het dagelijks leven. Daar legde zij de vinger op een zere plek: de jeugd hier in Nederland krijgt geen kader meer aangereikt waarbinnen je leert jezelf te beperken. Met het verdwijnen van de dienstplicht zijn er geen nieuwe overgangsceremonieën in de plaats gekomen, en hoe moeten dan opgroeiende jongeren leren om hun agressie te kanaliseren? Martine raadt aan om ook te zoeken naar deëscalerende rituelen in andere culturen.
Karel Koster belichtte weer een heel ander aspect van de vredesbeweging in zijn toespraak: Geweld en kernwapens – het dilemma van de anti-kernwapenbeweging. Hij boog zich over de vraag hoe het komt dat kernbewapening van de politieke agenda verdwenen is. Deze gevaarlijke situatie is ontstaan doordat het idee ontstond dat met de koude oorlog ook de kernbewapening verleden tijd was. Met het uitsterven van de generatie die de bombardementen op Hiroshima en Nagasaki nog meegemaakt hebben, het steeds abstracter worden van de oorlog door het Hollywood effect (films die laten zien dat er best te leven is in de oorlog), en het feit dat we niet willen weten dat, na de koude oorlog de rijke geïndustrialiseerde wereld de oorlog aanjaagt, is de kern-bewapening totaal uit het bewustzijn verdwenen. Het onderwerp komt wel terug, meeliften met de angst voor terrorisme, maar het feit dat er hier ook kernwapens liggen blijft in het duister. Zeker nu, nu de ontwapeningsverdragen voor onze ogen uitgehold worden moeten wij ons realiseren dat dit onderwerp geen ‘linkse’ zaak zou moeten zijn, maar ons allemaal aangaat. Hij wees op het belang van de campagne ‘Burgemeesters voor Vrede’ .
Middelen
Naar aanleiding van de lezingen ontstond een levendige discussie, waaruit bleek dat niet alleen de sprekers ter zake kundig waren maar ook het publiek. Met behulp van moderne technologieën en al onze talenten en capaciteiten moet het voor ons toch mogelijk zijn om een ademend en communicerend netwerk van al die verschillende bloemen te creëren, een levend web van vredeswerkers, dat begrijpt dat we uiteindelijk alleen maar samen een cultuur van vrede en geweldloosheid kunnen bouwen? Maar om samen te kunnen werken, moeten we elkaar eerst ontmoeten, en dat stond centraal in de middag.
In workshops, postersessies en bij daarvoor opgestelde tafels was er volop gelegenheid om elkaar te ontmoeten en elkaars activiteiten te leren kennen. Het gaat te ver om in dit verslag alle sessies en postersessies aan bod te laten komen, maar wanneer u daarin geïnteresseerd bent dan kunt u ze binnenkort op de website van het platform vinden. In een heerlijke chaos werd duidelijk dat de acht terreinen van het actieprogramma voor de opbouw van een cultuur van vrede en geweldloosheid allemaal wel bemand en bevrouwd worden, zij het de één wat meer en de ander wat minder. In een bonte afwisseling van gesprekken, geschrijf, uitwisseling en muziek en dans bleek dat er eigenlijk veel te weinig tijd was, en we elkaar een hoop te vertellen hebben. Waar houdt krachtmeting op en begint geweld? Hoe zetten we de cultuur van vrede en geweldloosheid op de politieke agenda? Wat hebben de hervorming van de VN en geweldloze conflictoplossing met elkaar te maken? Wat zijn onze strategieën? Hoe kan de burgermaatschappij een rol spelen in de preventie van gewelddadige conflicten?
Deze gesprekken kregen een extra belang, omdat ons gevraagd werd om een begin ermee te maken om samen met onze organisaties een bijdrage te schrijven voor het tussentijds rapport dat geschreven wordt voor de evaluatie van de voortgang van het Decennium voor de cultuur van vrede en geweldloosheid voor de kinderen van de wereld, dat in het najaar 2005 onder de aandacht van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties zal liggen. Dit benadrukt nog eens extra dat het belang van onze initiatieven verder reikt dan locaal of nationaal belang.
Eén van de grote leerpunten was, dat er heel veel werk verzet wordt in Nederland, dat bijdraagt aan een vredescultuur, zonder dat dit met name genoemd wordt. Het is aan ons om dit te erkennen en te herkennen, en meer naar buiten te treden en contact te maken, aan te sluiten in plaats van zelf het wiel uit te willen vinden. Onze grote uitdaging is hoe we verder gaan met het toenadering zoeken tot elkaar en het bundelen van onze krachten. Hoe vormen al die verschillende kelen één stem, die krachtig genoeg is om de waanzin van de oorlog van repliek te dienen? Hoe vormen we dat krachtveld dat de oorlog voor onze toekomstige generaties naar de geschiedenisboeken verbant?
Één van de stappen is natuurlijk, om actief informatie te blijven verstrekken over de doelstellingen van het decennium, en organisaties eraan te helpen herinneren dat ze zich aan kunnen sluiten bij het Platform Vredescultuur, maar wat er vooral nodig is, is een doorgaande ontmoeting; een doorgaande gelegenheid om van elkaar te leren en elkaar te ondersteunen. Hiertoe is het plan weer opgepakt om daarvoor een inventarisatie op het internet te creëren, die een mooie afspiegeling zal zijn van de activiteiten die in Nederland plaatsvinden die bijdragen aan de opbouw van een cultuur van vrede en geweldloosheid. Behalve dat dit een middel voor de vredeswerkers is om de communicatie te vergemakkelijken, is het ook een instrument voor vredeseducatie: het laat zien wat er nodig is om een cultuur van vrede en geweldloosheid te bouwen, en hoe en waar dat gebeurt. Dit zal het bereiken van ons doel zeker vergemakkelijken, en dat is nodig.
Per slot van rekening doen we het voor de kinderen van de wereld!
Mijn Handvatten Ontmoet
Die moeder van veertig
Is tegen de macht van geweldZij ziet de nood van kinderen
In deze wereld en
Gaat op zoek
En vindt
En doetDoende gaat zij
Met aandacht en moed
Een andere wereld tegemoetZe ziet wat moet
Pakt de handvatten aan
Van deze dagHet was goed
Cees van der Steen
12 maart 2005