Een oproep tot terughoudendheid en een oproep tot actie op een moment van crisis, van acht ontvangers van de Nobelprijs voor de Vrede.
Wij zijn zeer bedroefd door de tragische gebeurtenissen die op dinsdag 11 september in New York en Washington D.C. hebben plaatsgevonden. We kunnen de omvang van wat er is gebeurd nog niet bevatten, maar toch voelen we ons genoodzaakt ons uit te spreken in het licht van wat we vrezen dat een geweldsescalatie als reactie kan zijn.
We spreken ons diepste medegevoel en onze condoleances uit tegenover de families en vrienden van de slachtoffers en tegenover het volk van de Verenigde Staten. Onze gebeden vergezellen jullie in deze moeilijke periode van verlies en rouw. De vele moedige daden van de reddingsteams en de gulheid van de burgers van jullie steden en dorpen zijn een inspiratie voor ons allen.
Respect voor de heiligheid en onschendbaarheid van menselijk leven is een belangrijk geloofsartikel in elk van de grootste wereldreligies.
Wij zijn bemoedigd door de spontane uitingen van solidariteit van miljoenen mannen en vrouwen van goede wil, uit alle achtergronden, van alle continenten, en door zoveel religieuze en politieke leiders van over de hele wereld die zich hebben uitgesproken tegen deze barbaarse terroristische daad.
Er is niets dat een daad kan vergeven die het leven heeft gekost aan duizenden onschuldige mensen. De plegers van deze daad moeten worden opgespoord en berecht. Tegelijkertijd weten we, dat berechting van de verantwoordelijken de diepere vragen rond de oorzaken van terrorisme niet oplost. Wat dat betreft zijn we ons ervan bewust dat iedere dag onschuldige slachtoffers lijden en sterven in vele delen van de wereld, wier enige misdaad is dat ze geboren zijn op een bepaalde plaats, in een bepaalde regio of met een bepaalde huidkleur.
Op dit moment van crisis worden we geconfronteerd met een uitdaging waarvan de uitkomst de toekomst van deze eerste eeuw van het nieuwe millennium kan bepalen. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft de eerste tien jaar van de 21e eeuw uitgeroepen tot Decennium voor een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid voor de Kinderen van de Wereld (2001 – 2010). Wij geloven dat de tijd is gekomen om dit besluit te implementeren.
Velen hebben de aanval op het World Trade Centre en het Pentagon vergeleken met de aanval op Pearl Harbour. Maar dit is niet 1941. In de afgelopen 60 jaar hebben we veel harde lessen geleerd over de neerwaartse spiraal van geweld en zijn we misleid door valse verwachtingen over het vermogen van militaire macht om problemen op te lossen. Jammer genoeg gaan onze politieke leiders door met het nemen van besluiten die confrontatie opleveren in plaats van onderhandeling. Het resultaat daarvan is meer doden en vernietiging en een toenemend gevoel van angst, verontrusting en hopeloosheid onder ons allen.
Daarom roepen wij de wereldgemeenschap en in het bijzonder het Amerikaanse volk op, om de uitdaging die hen is voorgelegd in deze tijd van tegenspoed aan te nemen. We erkennen de noodzaak om snel en gedecideerd te reageren op deze vreselijke terreurdaden. Wij roepen de Amerikaanse regering echter op af te zien van militaire vergelding. Elke actie die wordt ondernomen moet gestuurd worden door het internationaal recht en moet vallen binnen de grenzen van het Handvest van de Verenigde Naties.
Daarnaast roepen wij de Verenigde Naties op om op zeer korte termijn te organiseren:
- Een internationale conferentie over terrorisme die de diepste oorzaken daarvan zal onderzoeken, maatregelen zal voorstellen om die oorzaken te benaderen, en internationale richtlijnen zal stellen om te verzekeren dat aan veiligheidseisen tegemoet wordt gekomen en dat plegers van dergelijke daden worden berecht.
- Een internationale dag van herdenking van alle slachtoffers van terrorisme met publieke solidariteitsmanifestaties en programma¹s voor vredesonderwijs en de principes van geweldloosheid op scholen en universiteiten.
Terrorisme bedreigt de beginselen waar onze samenlevingen naar verlangen en die zijn vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Het beste antwoord op hen die de democratie en de rechtsstaat willen ondermijnen is dat die waarden en instituties worden herbevestigd.
Tot slot roepen wij de regeringen en volkeren van de wereld op tot het nemen van concrete stappen in de ontwikkeling van een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid. De reactie van de Verenigde Staten en zijn bondgenoten moet niet worden geleid door een blind verlangen naar wraak, maar veeleer door een vernieuwde vastberadenheid om te werken aan een vreedzame en rechtvaardige wereld.
Het enige grote kwaad dat bestreden moet worden is niet een of andere groep mensen, maar veeleer de angst en haat die wortel blijven schieten in de harten van mensen.
Getekend,
Mairead Corrigan Maguire, Nobelprijs voor de Vrede 1976
Betty Williams, Nobelprijs voor de Vrede 1976
Adolfo Perez Esquivel, Nobelprijs voor de Vrede 1980
Desmond Mpilo Tutu, Nobelprijs voor de Vrede 1984
De 14e Dalai Lama (Tenzin Gyatso), Nobelprijs voor de Vrede 1989
Rigoberta Menchu Tum, Nobelprijs voor de Vrede 1992
Joseph Rotblat, Nobelprijs voor de Vrede 1995
Jody Williams, Nobelprijs voor de Vrede 1997