Een ware uitdaging aan eenieder die meent dat een wereldwijde cultuur van vrede en geweldloosheid mogelijk en ook noodzakelijk is. Een eerste vraag is dan hoe we die transformaties van een cultuur van geweld naar een cultuur van geweldloosheid ter hand kunnen nemen. Niet in abstracto, maar juist in het licht gesteld van “11 september”. Dat is de uitdaging.
Eerste transformatie: bestrijding van vijandsbeelden
Als we het hebben over een vijandsbeeld, dan is alleen al het gebruik van de term ‘terrorist’ een goed voorbeeld. Door iemand of een bepaalde organisatie tot ‘terrorist’ te verklaren schakelen we elk begrip voor de beweegredenen van die persoon of organisatie uit. We brengen ze terug tot iets dat vervolgd, onderdrukt en vernietigd moet worden. Vragen of er sprake is van een situatie waar misschien wel terecht tegen in opstand wordt gekomen, verzet dat met zoveel frustratie gepaard gaat dat het ontaardt in terrorisme, hoeven niet gesteld te worden. En daar hebben sommige landen weer erg veel belang bij; kijk alleen maar hoe er allerlei lobbies gevoerd worden om bepaalde organisaties op de “terrorisme-lijst” te krijgen of om daar juist niet op te komen! De verzetsheld van de één is nog steeds de terrorist van de ander, maar inmiddels is zelfs de groep die het over een verzetsheld heeft (of daarvan ‘verdacht’ wordt’) in het verdomhoekje gekomen.
Het gaat verder. Tot 11 september leefden er in Nederland Turken en Marokkanen; na 11 september duiden we deze groepen plotseling als ‘moslims’ aan. En dat terwijl met name een groot deel van de Turken in Nederland niet eens moslim is; in Rijssen werd kort na 11 september 2001 zelfs een Syrisch-Orthodoxe (= “Christen-Turken”) kerk beklad! Moslims in Nederland worden, net als de CPN in de jaren ’50, als een soort vijfde kolonne van “onze” vijand op het wereldtoneel gezien. Er is een stroom van artikelen, Tv-uitzendingen en publicaties op gang gekomen waarin de islam als een wezenlijk gewelddadige Godsdienst wordt afgeschilderd. Met eenzelfde vooropgezette en selectieve grondhouding zijn over het christendom nog veel ergere dingen naar buiten te brengen. En wat doen we eigenlijk met de (al veel genuanceerder overkomende) gelijkstelling “fundamentalisme = terrorisme”?
Tweede transformatie: ontwapening
Dat lijkt een beetje een uitgekauwd thema te zijn, hoewel het ‘vredesdividend’ dat ons destijds (na de val van de Muur) in het vooruitzicht werd gesteld er nooit gekomen is, de druk van de VS op de West-Europese regeringen en die van de West-Europese regeringen op de Midden-Europese regeringen om het defensie-budget op te schroeven steeds verder wordt opgevoerd en ons vredelievende landje in de top tien van wapenexporterende landen voorkomt.
Een extra dimensie is echter dat de aanslagen van 11 september helemaal niet met (geavanceerde) wapens werden uitgevoerd. Toen een paar dagen na 11 september een explosie plaatsvond bij een groot chemisch complex in Toulouse werd meteen gedacht aan een terroristische aanslag en werd de gevoeligheid van chemische en nucleaire complexen voor terroristische aanslagen breed uitgemeten. Die discussie ging echter vooral in de richting van extra beveiligingsmaatregelen rond dat soort complexen (kerncentrales worden in de VS en Europa sinds 11 september ook extra bewaakt, zelfs met afweergeschut) terwijl je je ook kunt afvragen of je dat soort nietbedoelde wapens eigenlijk nog wel wilt hebben. Zijn we niet bezig om onszelf en onze samenleving gewoon heel erg kwetsbaar te maken voor terroristische aanslagen en maken we de wereld daarmee zelf niet stukken onveiliger? Met andere woorden, geven we een ander geen wapen in handen door bewust enorm riskante bedrijven, transporten e.d. toe te laten?
Derde transformatie: democratie in plaats van autoriteit
“Wie niet voor ons is is tegen ons,” riep president Bush na 11 september. Tegenspraak werd niet geduld en kritische geluiden in de eigen samenleving werden in de kiem gesmoord. Democratie betekent dat er ruimte wordt gegeven voor tegenspraak en voor kritiek. Ruimte voor groepen die het niet met de officiële lijn eens zijn en daartegen in verzet komen. Zonder vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vergadering of organisatie kan democratie niet bestaan. Mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en Human Rights Watch hebben al gerapporteerd over vergaande inperkingen van deze basisrechten in de Verenigde Staten en andere Westerse landen. Het is niet teveel gezegd, als wordt beweerd dat daarmee feitelijk de democratie om zeep wordt geholpen die volgens de officiële verhalen juist met de ‘oorlog tegen het terrorisme’ (en voorheen met de ‘oorlog tegen het communisme’) verdedigd zou worden.
Vierde transformatie: vertrouwen in de veranderende kracht van geweld en in die van geweldloosheid
Het geloof in geweld zit diep in onze cultuur ingebakken. Het is een soort Haarlemmerwonderolie voor alle mogelijke problemen. Het probleem is dat dit geloof of onbegrensd vertrouwen in de werking van geweld vooral ook gepaard gaat met ongeloof in geweldloosheid: “Ideologisch zuiver – wie zou diep in z’n hart geen pacifist willen zijn? – , maar het blijft gerommel in de marge en de echte problemen pak je er niet mee aan,” wordt er dan gezegd. Het punt is, dat iedereen bij voorbeelden van geweldloze omwentelingen uit het recente verleden (de onafhankelijkheid van India, de Amerikaanse burgerrechtenbeweging, de omsingeling van de kazernes op de Filippijnen, de val van de Berlijnse Muur, de verijdeling van de reactionaire coup in Rusland) ‘o ja’ zegt, maar de volgende dag weer even vrolijk beweert dat geweldloosheid niet werkt. Daar ligt een kernprobleem van de geweldloosheidsbeweging. Daar komt bij dat al deze voorbeelden geen relatie lijken te hebben met de aanslagen van 11 september en geen antwoord geven op de vraag naar “het alternatief”.
Vijfde transformatie: de rol van de media
Hier komen eigenlijk alle eerdergenoemde punten weer terug: vijandsbeelden, vrijheid van meningsuiting in een open democratie, ongeloof in de werking van geweldloosheid, zelfs de CNN-factor die essentieel was voor het welslagen van de terroristische aanslag op de WTC-torens (als deze beelden niet de hele wereld over waren gegaan, had de aanslag lang zo’n impact niet gehad). Het geeft aan hoe belangrijk de rol van media in onze cultuur en samenleving zijn.
We kunnen niet volstaan met het geven van de schuld aan “de” media. Het heeft voor een belangrijk deel ook weer met ‘ons’ allemaal te maken. Doorgaans worden toch vooral negatieve dingen als ‘nieuws’ beschouwd; als iets goed gaat is het geen nieuws. Als we dat willen veranderen is het ook aan ons om van die goede dingen nieuws te maken. Het verspreiden van ‘ander nieuws’ zou een nog veel belangrijkere prioriteit voor de geweldloosheidsbeweging moeten vormen dan tot dusver is gebeurd. Alleen zo doorbreken we de volledige informatie-beheersing die de oorlogvoerders nastreven. Met het oog op de oorlog tegen het terrorisme vormt het wekelijks op de vredessite.nl verschijnende Andere Nieuws hiervan een goed voorbeeld.
Zesde transformatie: weg met de macho-cultuur
Wie (van de mannelijke helft van de bevolking) is niet opgevoed met de stelregel: “Als je geslagen wordt dan mep je terug!” ? Al iets vriendelijker maar nog veel algemener klinkt de regel dat je vooral niet over je heen moet laten lopen. Op zich is dat waar, maar het gaat mank door een veel te grote eenzijdigheid. Als je deze assertiviteit typisch mannelijk zou willen noemen, dan is de typisch vrouwelijke tegenhanger, dat je vooral rekening moet houden met wat een ander beweegt, nogal ondergesneeuwd. In plaats van assertief verwordt de stelregel dat je niet over je heen mag laten lopen, tot het reduceren van de ander tot lastpost. Door het gebrek aan aandacht voor de ander, ontstaat het al eerder besproken vijandsbeeld. Het “oog om oog”-principe gaat natuurlijk nog directer terug op de stelregel dat je terug moet meppen.
Zevende transformatie: vredeseducatie
Bij het vorige punt hebben we al gezien hoe belangrijk het aanleren van bepaalde stelregels en gedragspatronen (assertiviteit en omzien naar elkaar) is. Hoe los je onderlinge conflicten op? Hoe ga je om met geweld dat zich tegen jou richt? Net zo belangrijk is echter goede achtergrondkennis van wat er op het internationale politieke vlak speelt. Wat is de geschiedenis van Afghanistan? Welke andere achtergronden spelen een rol bij de aanslagen en de oorlog tegen het terrorisme? Vanuit de vredesbeweging en verwante instellingen zijn heel snel uitstekende lespakketten uitgebracht, maar enige algemene basiskennis, mondiaal onderwijs, is noodzakelijk.
Achtste transformatie: uitbuiten van zwakkeren en het milieu
Wie kort na de aanslagen van 11 september riep dat de strijd tegen het terrorisme zich moest richten op het wegnemen van de voedingsbodem, de economische achterstelling van een belangrijk deel van de wereldbevolking, kreeg te horen dat dat nu niet aan de orde was. In bepaalde kringen kregen de zogenoemde ‘antiglobalisten’ zelfs het verwijt onder één hoedje met de terroristen te spelen. Het ging nu om het uitschakelen van de organisaties achter de aanslagen en de economische agenda moest hier los van worden gezien. Het is maar de vraag of economische en ecologische factoren (zoals olie) vanuit een heel andere invalshoek geen rol gespeeld zouden hebben bij het besluit om het uiterst strategisch gelegen Afghanistan aan te vallen… Maar ook voor zulke analyses blijkt de tijd(geest) niet echt daar te zijn.
Het is natuurlijk veel te veel om al deze acht transformaties op één enkele studiedag te behandelen. Afhankelijk van de verdere verkenningen en van wat anderen erover te zeggen hebben zullen we tot een nadere inperking komen.