Na de moord op Theo van Gogh wordt veel gesproken over een kloof tussen moslims en niet-moslims. Maar Nederland is geen land van kloven waar je met een grote boog omheen moet lopen. Nederland is een land van rivieren, grachten en kanalen, die veelvuldig worden afgedamd, ondergraven en overbrugd. Soms kun je je, juist onder moeilijker omstandigheden en als je je bedreigd voelt, achter zo’n waterloop terugtrekken en dat geeft voor even een gevoel van identiteit en veiligheid. Maar op de lange duur is dat geen oplossing. Als we ieder aan onze eigen kant van de waterloop blijven, leven we langs elkaar heen. Als we echt willen samenleven, dan zullen we de brug over moeten en elkaar op moeten zoeken om de discussie met elkaar aan te gaan. Ook als het gaat om heikele kwesties waar we misschien heel anders over denken. Of over onze angst en onze woede.
We stellen hierbij een campagne voor om bruggen te bouwen en zoveel mogelijk mensen en organisaties die bruggen over te laten steken. Als autochtonen en allochtonen, moslims, christenen en andersdenkenden geven we op tal van plaatsen uiting aan onze grote bezorgdheid over de huidige situatie en komen we nu ook wel tot concreet handelen. Maar wat te doen als deze storm is overgewaaid en het normale leven zijn loop weer lijkt te hervatten? Gaan wij dan ook weer elk onze eigen weg of blijven we bij elkaar en willen we blijven werken aan een echte samenleving? Dit voorstel probeert handen en voeten te geven aan een dergelijk streven.
Wat organisaties kunnen doen
Behalve veel bruggen kent Nederland een reusachtige hoeveelheid organisaties. Dat geldt zowel landelijk als lokaal. Veel van die verenigingen, stichtingen of spontaan gegroeide comités zijn, hoe je het ook wendt of keert, overwegend autochtoon (‘wit’) of allochtoon (‘zwart’). Er wordt natuurlijk wel samengewerkt tussen die verschillende organisaties, maar zelfs die samenwerkingsverbanden zijn dan weer overwegend ‘wit’ of ‘zwart’. En zo blijven we langs elkaar heen werken.
Voor concrete acties weten we elkaar nog wel vaak te vinden, zeker als daar een internationaal en multicultureel aspect aan vast zit. Maar tot wat langduriger, vastere en inhoudelijke samen¬werking komt het eigenlijk maar zelden. Dat lukt eigenlijk alleen als er echt een multiculturele organisatie opgebouwd wordt, maar die moeten meestal na verloop van tijd constateren dat ze als een multicultureel eilandje tussen de wereld van de ‘witte’ en die van de ‘zwarte’ organisaties zijn komen te liggen en niet echt als brug fungeren. Die eilandjes zijn van groot belang om de pijlers van de brug te gaan dragen, maar we moeten zoeken naar een meer structurele samen¬werking tussen de organisaties aan beide oevers van de waterloop.Daarom onze oproep aan organisaties op lokaal en landelijk niveau om een verwante organisatie op de
andere oever te zoeken en daarmee heel concrete afspraken te maken:
- bezoek regelmatig elkaars bijeenkomsten of activiteiten of geef de partnerorganisatie een vaste ruimte in uw publicaties;
- Probeer om tot een gezamenlijk programa of structurele activiteit te komen en geef die een prominente plaats in het totaal¬programma (dus meer dan een incidentele bijeenkomst in de marge van het totaal aan activiteiten);
- Betrek elkaar inhoudelijk bij de vaststelling van het eigen werkplan of beleidsprogramma.
Wat personen kunnen doen
Op individueel niveau hebben we gezocht naar een model waaraan elke Nederlander, politicus of huisvrouw/man, actievoerder of brave burger(es), religieus of atheïst kan deelnemen. De basis ervan is heel simpel: vorm als allochtoon een koppel met een autochtoon of vorm als autochtoon een koppel met een allochtoon. Dat hoeven niet per se moslims / niet moslims te zijn. En dan?
- Ga regelmatig bij elkaar op de koffie of eet regelmatig samen en praat dan over de dingen die je opgevallen zijn, wat je leuk vindt, maar ook over de dingen die je dwars zitten. Dat zou ook kunnen naar aanleiding van een film die je samen gaat zien.
- Ga samen naar bijeenkomsten die je anders in je eentje zou hebben bezocht en waarbij je het juist nu goed zou vinden om ze samen te bezoeken: de moskee, de kerk, de school om de hoek, een politieke vergadering, …
- Schrijf samen een artikel voor het verenigingsblad, het wijkorgaan, de plaatselijke krant of de landelijke pers.
In het verlengde hiervan zou ook gekeken kunnen worden naar projecten op scholen of in buurtcentra. Blijf niet met een grote boog om meningsverschillen heenlopen, maar ga met elkaar het gesprek en de discussie aan. Vrijheid van meningsuiting is meer dan ‘zeggen wat je vindt’: het is ook ‘reageren op elkaar, met respect voor elkaar en elkaars mening serieus nemen’.
Steeds maar weer praten en discussiëren kan best vermoeiend zijn. Zoek daarom ook naar andere activiteiten. Vroeger vonden veel multiculturele contacten plaats via taalcursussen die autochtonen aan nieuwkomers gaven. Dat lijkt inmiddels allemaal naar onderwijsinstellingen en verplichte inburgeringscursussen te zijn gegaan, maar er zijn enorme wachtlijsten en velen hebben behoefte aan ‘huiswerk-begeleiding’ of ‘bijspijkercursussen’. En wat betreft werkvormen: denk ook eens aan de vorming van een gemengde groep voor straattheater of cabaret.
Wat scholen kunnen doen
Veel leraren in het onderwijs zitten soms met de handen in het haar: het is niet eenvoudige met ouders èn leerlingen van verschillende afkomst op één lijn te komen. En het omgaan met sluimerende spanning en conflicten vraagt veel stuurmanskunst en samenwerking van de conciërge t/m de directie.
Er zijn veel mogelijkheden:
- Praat als ouder of leerkracht over uw zorgen; vraag desnoods om faciliteiten vooral als het gaat om ‘moeilijke klassen’.
- Vaak zijn jongeren zelf goed in staat om de werkelijke spanningen te bespreken met een klas. Oefen daarin (ook methodisch) en geef vooral de ruimte!
- Biedt veiligheid door afspraken en structuur.
Wat kerken en moskeeën kunnen doen
De tweedeling die zich de afgelopen periode manifesteerde valt niet samen met het onderscheid ‘christenen – moslims’, maar is er veel eerder één tussen een Nederlandse samenleving die godsdienstige uitingen geleidelijk heeft buitengesloten en een voor deze samenleving nieuwe godsdienst die bezig is zich daarbinnen een plek te veroveren. Hoe goed interreligieuze dialogen tussen christenen en moslims (en aanhangers van andere levens¬beschouwingen en religies) ook zijn, ze bieden te weinig soelaas.
- Probeer die interreligieuze ontmoeting ook interessant te maken voor ‘buitenstaanders’, door ze over alledaagse uitingsvormen te laten gaan of over de actualiteit – en kondig ze ook zo aan;
- Zet in de eigen interreligieuze ontmoeting ook de verhouding van de eigen godsdienst tot de maatschappij op de agenda.
Versluierde Taal
Al vóór de moord op Van Gogh werden bepaalde verschijningsvormen van de islam met argusogen bekeken. Vaak zonder veel kennis van zaken, maar wel met een stevig vooroordeel. Meer dan eens concentreert deze discussie zich rond de hoofddoek: een symbool van onderdrukking of juist van emancipatie; van religieus fundamentalisme of een politiek statement.
Precies een week vóór de moord op Van Gogh bracht de werkgroep interreligieus vredeswerk van Kerk en Vrede de brochure ‘Versluierde Taal’ uit. Het is geschreven door Basema Spijkerman-Salman en Yosé Höhne-Sparborth. De één een Palestijnse moslima die opgroeide in Koeweit en nu in Nederland leeft, de ander een katholieke religieuze die al jaren betrokken is bij sociale projecten in Latijns-Amerika en Irak. De een wordt soms vreemd aangekeken omdat ze geen hoofddoek of sluier draagt, de ander legde na haar beginjaren als kloosterlinge de habijt met sluier af. Vanuit hun persoonlijke betrokkenheid belichten Basema en Yosé verschillende soms volstrekt onverwachte aspecten van de hoofddoekdiscussie.